Wanneer je van het veld wordt gedragen dan hoor er je niet zo’n klein beetje niet bij, dan hoor je er echt helemaal niet meer bij. Dan ben je nog uitzonderlijker dan uitzonderlijk.
Ik lag in het gras op de grond en zag mijn klasgenoten voorbij rennen. Het miezerde een beetje en het gras voelde drassig en nat aan. Soms vroeg een klasgenoot die voorbij kwam of het wel met mij ging.
Al wist ik dat het goed bedoeld was, dacht ik: Ik lig hier in het gras, hoe denk je dat het gaat? Het was daar tijdens een gymles op de middelbare school dat ik leerde dat je van miezer regen liggend in het gras toch nog best nat en koud kon worden.
Terwijl de rest voorbij rende hoorde ik de gymleraar zeggen: “Ze moet gewoon opstaan. Ze moet niet in dat gras blijven liggen.” Mijn driekamerige hart vond een stuk of vijf ronden rennen al weg genoeg geweest.
Zitten kon ik niet. Mijn hoofd moest op de grond. Liggen moest ik. Mijn lichaam wilde even liggen. Het laatste wat ik wilde was nog dicht in de buurt komen van de leraar die vond dat hij mijn hart en mijn lichaam wel beter begreep dan ik, maar mijn lichaam wilde niets. Ik had geen andere keus dan achter op zijn rug van het veld naar een brancard binnen gedragen worden. Mijn armen om zijn nek heen, mijn benen erbij bengelend.
Op de basisschool en middelbare school vond ik het heel belangrijk om mee te kunnen met de rest. Ik wilde met mijn hart ook gewoon die rondjes rennen. In weer of wind. Ik wilde op uitjes ook mee kunnen fietsen. Ik wilde er ook bij horen, ik wilde helemaal niet anders zijn, of dat andere rekening met mij moesten houden. Moesten vragen of het wil ging. Ik wilde dat het ging.
Wanneer je van het veld wordt gedragen dan hoor er niet zo’n klein beetje niet bij, dan hoor je er echt helemaal niet meer bij. Dan ben je nog uitzonderlijker dan uitzonderlijk.
“Hoe was het in het ziekenhuis?” Kreeg ik als vraag op school een paar dagen later. Ik keek verward want ik was vanaf het gras niet naar het ziekenhuis gegaan. Ik was, naar huis gegaan en had een paar dagen op de bank gelegen, geslapen om mijn energie weer terug die vinden die ik ergens op dat natte grasveld had achter gelaten.
Daarna heb ik nog wel eens vaker uitgeput op de grond gelegen of met mijn hoofd op de de tafel in een restaurant omdat ik gewoon alles wilde kunnen wat de rest ook deed. Maar ik ben niet zoals de rest en ik mag mijn hart niet behandelen als 1 van zovele of zoals de rest. Mijn hart zit anders in elkaar en heeft ook een geheel andere liefdevolle behandeling van mij nodig. Doorgaan totdat je in het natte gras ligt is alles behalve liefdevol.
Een ezel stoot zich geen drie keer aan dezelfde steen, maar deze ezelin moest wel meer dan drie keer ergens op de grond liggen voordat ze leerde dat het niet gaat om hoeveel rondjes je met gym kunt rennen of hoever je kunt fietsen. Het niet gaat om dat je mee kunt met feestjes tot ’s ochtends vroeg met alcohol om daarna eerst dagen lang met migraine op de bank te liggen.
Dankzij mijn hart weet ik heel goed wat mijn grens is. Ik moest er wel een beetje meer volwassen voor worden om die te gaan hanteren. Wat ik om mij heen zie, is dat veel meer mensen dan ik moeite hebben met het hanteren van grenzen.
Je mag je grens aangeven, je mag zeggen wanneer het teveel is. Je hoeft niet letterlijk met de rest mee te rennen. Je mag voor jezelf opstaan, zelfs liggend in het natte gras.
Liefs xoxo Manon
Comments