“Bel het ziekenhuis maar want ik ga voor die ablatie!” Terwijl de tranen over mijn wangen rollen knijp ik nogmaals in mijn dekens. Ik lig weer eens op bed te wachten tot dat verdomde hart van mij na uren in te hoog ritme terug wil gaan in het normale. Het is de fukking zoveelste keer dit jaar. Ik ben ondertussen gestopt met telen hoe vaak, maar tegenwoordig rinkel de kinkelt dat ding eens per week.
Ik houd mijn hand bij mijn hals om te tellen hoeveel slagen per minuut mijn hart maakt en of dat rot ding al gezakt is. Ik ben er echt zo verdomde klaar mee, met die ongein. En al is er niets engers wat ik mijn kan bedenken dan een medische ingreep onder gaan waarbij de doktoren mijn ritmestoornis gaan oproepen terwijl ik nog half bij ben, niet geheel onder narcose en dan op zoek gaan naar het weefsel dat zorgt voor de het te snelle ritme van mijn hart om het vervolgens dood te branden of vriezen. Maar ik ben er zo ongelofelijk klaar mee dat je me het liefst echt nu naar het ziekenhuis mag brengen en weg branden die handel!
Toch lig ik een paar weken later niet in het ziekenhuis maar staar ik naar een anatomisch hartjes knuffel op de grond. Ik sta in de praktijk ruimte van een van mijn therapeut coaches. Hij had het belachelijke kinderlijke en ook nog zweverige idee, (terwijl ik toch een volwassen vrouw van dertig ben) om aan de slag te gaan met een zacht pluche knuffel hart. “Hij is zacht dus je kunt hem ook nog eens weggooien als je boos bent zonder dat je iets kapot maakt,” zegt hij en doet even voor hoe je dat dan doet. Hij gooit gewoon met mijn hart. Hatseklats, zo op de grond ligtie. En nu, nu loop ik daar eens een rondje om heen. Linksom. Nog eens een keertje rechts om. Mijn ogen houd ik gefocust op mijn hart. Ik doe een stapje naar voren. Oeps, dat is eng dichtbij, snel doe ik een stapje terug.
Ik weet ondertussen niet zo goed waar ik mijn handen en armen moet houden en wapper er een beetje zenuwachtig mee. “Ben je boos op je hart, Manon?” Vraagt mijn coach. “Denk je dat je hart boos is op jou? Omdat jij boos bent ? Vraag het eens.” Ja hallo, denk ik. Het moet toch niet gekker worden, ik ga een beetje aan een knuffel vragen te lopen stellen. Mits er zo’n batterij inzit met wat geprogrammeerde stemmetjes gaat-ie toch niet antwoorden? Ik loop er nog eens van de andere kant omheen. En opeens gebeurd het. Hier voelt het wel fijn. Zo vanaf deze kant. Hier zie ik mijn hart opeens heel anders. Vanaf hier voelt het opeens anders. Ik snap nog niet hoe het kan maar ik blijf hier even staan. Opeens hoor ik een stemmetje heel zachtjes ‘Nee’ fluisteren. ‘Nee, Manon ik ben niet boos. Ik ben nooit boos geweest.’ Mijn ogen beginnen waterig te worden want het is hetzelfde liefdevolle stemmetje wat mij in heeft gefluisterd hierheen te komen. Het stemmetje wat nee zei tegen nog een operatie. Het stemmetje waarop ik durfde te vertrouwen. Het stemmetje wat zegt: Nee, ik ben niet boos. Terwijl ik zo boos was. Was mijn hart nooit boos op mij. Terwijl ik toch echt helemaal niet lief ben geweest. Echt niet hoor. Ik had het allang uitgemaakt met mezelf als iemand zo boos tegen me zou doen de hele tijd.
Voorzichtig doe ik een stapje dichterbij. Dichterbij mijn hart. Tjesus, dat stemmetje, zo zachtjes, zo liefies, dat is gewoon mijn hart. Ik heb gewoon even mijn hart terug gevonden. Hier in een willekeurige ruimte in Lisse of all places. Dit hier is HET begin van een vernieuwde liefdevolle relatie en vernieuwde kijk op mijn hart. Ik voel het. Ik voel het aan de stroom van lieve warmte die binnen in mij opent als een soort van zonnestralen in mijn lichaam die ein-de-lijk weer mogen gaan (ver)schijnen. Ik voel het aan de glimlach die langzaam op mijn gezicht verschijnt gepaard met nog wat natte ogen. Mijn coach omhelst mij. Soms heb je even een knuffel nodig.
XOXO Manon
Ps. Ik heb al jaren zonder het gebruik van medicijnen geen ritmestoornis meer. Wel meer knuffels ;) Wil jij ook een hart om mee te knuffelen? Kijk dan op: https://iheartguts.com Dit artikel verscheen ook in de Sinus.
コメント