Er komt een nieuw programma op tv over mensen die niet naar
buiten durven. Ik ben vergeten hoe het heet en ook op welke
zender het komt. Het enige wat me bij is gebleven is de vrouw die
zei dat ze het al niet haalde tot de deur. Ooit was ik dat. Ik had
honderden excuses om maar niet naar buiten te hoeven gaan.
Na mijn eerste hartritmestoornissen stond alles in het teken van ;
Wat als ? Wat als m’n hart weer zo snel van slag zou gaan ? Wat
als het misschien nog erger werd ? Wat als ik nu wel dood zou
gaan? Nee, ik blijf mooi binnen want dan gebeurd er niets.
Het was s’nachts toen ik weer eens voor de zoveelste keer dat jaar
wakker werd door een te snel kloppend hart. Het gebeurde namelijk
bijna altijd ‘s nachts. Thuis, niet buiten. De keren dat er buiten iets
gebeurde zijn op 1 hand te tellen. De keren dat het thuis was, dat is
zo vaak gebeurd dat ik de tel kwijt ben. Maar thuis was ik tenminste
lekker veilig, toch?
Die nacht voelde me ook nog misselijk. Al de andere keren had ik
mij nog niet zo misselijk gevoeld en zeker niet zo hevig als deze keer.
Ik voelde de bekende vlaag in rap tempo naar boven in mijn keel
komen maar had geen idee hoe ik van mijn bed naar de toilet
moest komen. Iets eerder had ik al een medicijn genomen wat zou
helpen om het het hartritme omlaag te brengen. Waar het vooral bij
hielp was mijn hoofd disconnecten van mijn lichaam. En die steen
op mijn buik, dat was ook een bijwerking. Alles leek zo ver weg mij
te gebeuren. Zat mijn hoofd überhaupt nog wel vast? Het duizelde
om me heen.
Ik heb echt geen idee hoe ik ben opgestaan, maar ik weet alleen
nog dat ik niet veel later met mijn hoofd boven de toilet hing.
Eigenlijk durfde ik eerder niet op te staan want ik verwachte dat
mijn hart zich dan helemaal als een gek zou gedragen, maar
wonder boven wonder viel dat dan weer mee. Maar deze stonede
garnaal besloot wel dat dit de laatste keer was.
Ik gaf mijzelf één jaar. Een jaar om van alles te proberen. Om
mijzelf met behulp van andere te genezen. Ik werd namelijk van het
innemen van de medicijnen elke keer stoned. “We hebben nog wel
een ander medicijn. Die is sterker dan die je nu hebt. Het kan
schadelijk zijn voor je ogen en nieren en lever maar-“
Ik wist niet of ik moest lachen of huilen toen de dokter begon aan
deze zin, MAAR ik voelde nu nog meer dan eerder: Nee dankje. Ik
kan dit zelf.
Ik had namelijk het geluk dat mijn stoornissen altijd in connectie
stonden met een emotionele gebeurtenis. Ik had véél te véél stress.
Iets wat mijn lichaam en zeker mijn hart niet aankon. Toen ik dit
wist, was ik er met knikkende knieën van overtuigend dat ik dit kon
omdraaien.
Vanaf die laatste nacht ben ik groentesapjes gaan drinken en
andere groene dingen. Ik ging naar Hippocrates coaches en
rebalancing. Wat zoveel betekend als veel tijd met je handen op je
buik/hart liggen en shaken als een malle. Alles trilde eruit. Uuuuren
lang. Met licht therapie (te vergelijken met acupunctuur maar dan
zonder de naalden voor deze bange poepert) het hielp om het
allemaal weer wat kalmeren. Trauma’s doorknippen. In gedachte.
Ogen dicht. Handen op de juiste plek. Liefde geven en
doorknippen die handel. 1 keer. Twee keer. Tien keer. Honderd
keer. Nog een keer huilen. Nog harder huilen. Nog meer shaken.
God wat was dat kleine meisje van drie in mij boos. Die zoveel in
het ziekenhuis had gelegen. Wat moest ze brullen. Wat was ze
alleen geweest en moest ze getroost worden. Het is allemaal
geweest meissie, moest ik haar vertellen. Het is okej nu. Jij bent
okej nu. Je bent veilig. Je hebt het goed gedaan.
De stoornissen namen af van 10 uur naar 8 naar een uur, naar een
half uur, een kwartiertje. Naar helemaal geen. Al een half jaar, jaar,
jaaaaren niet meer.
Ja, ik ben me een partij trots op dit driekamerige aan de rechterkant
zittende hart. Het leerde mij het mooiste wat er is: Liefde geven en
ontvangen. Mijn hart wou mij al zolang liefde geven en ik zag het
niet. Nu wel.
Het is jaren later en ik zit in Gilze. Bij mijn nieuwe lieve vriend. Bij
mijn nieuwe te maken vrienden. Mijn nieuwe plaatselijke bakker en
slager. Ik ga naar feestjes. Ik sta met mijn vriend 90 minuten lang bij
een voetbal wedstrijd. Ik loop kilometers met hem hand in hand
buiten. Ik werk. Ik ga van Gilze naar Rotterdam en andersom. Nee,
mij hoeven ze voor dat programma niet te bellen.
Ik ben buiten. Begonnen aan mijn nieuwe leven.
Mijn hart wist allang dat ik het kon. Geef mij nog maar vaker zo’n
een jaartje vol liefde.
XOXO Manon
Dit artikel verscheen eerder in de Sinus
Comments