top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverManon van der Giessen

"Een hartekind in de klas is echt wel spannend."


Een interview tussen oud leerling (toen hartekind nu hartevrouw) Manon en haar oud basisschool leraar Bram van Baalen.



Manon in de klas bij meester Bram van Baalen
Klas van 1995/1996


Ooit, meer dan twintig jaar geleden was ik een meisje van tien jaar en zat ik op de basisschool de Zalmplaat. Toen ik hoorde dat meester van Baalen ‘mijn’ meester zou worden heb gejuicht van blijdschap want meester van Baalen was echt cool. Hij viel op tussen de andere leraren. Hij was de man die altijd zwart droeg. Zwarte t-shirts, zwarte spijkerbroeken en zwarte puntige cowboy laarzen. Zijn blonde haren zaten altijd strak naar achteren en zijn coole cowboy/rocker look werd afgemaakt met een gitaar waar hij ook tijdens de lessen wel eens op speelde. Dat zijn de eerste dingen die ik mij herinner van de meester. Maar ik mij vooral herinner is dat meester Bram van Baalen (tegenwoordig mag ik Bram zeggen en tutoyeren, hoe raar ik dat zelf ook vind) mijn ultieme favoriete leraar van de basisschool was.

Ik had het geluk dat ik hem drie jaar lang als mijn leraar heb mogen hebben. Van groep zes tot en met groep acht. Het was uitzonderlijk om dezelfde leraar voor drie jaar lang achter elkaar te krijgen. Voor Bram was het uitzonderlijk om een ‘hartekind’ in zijn klas erbij te hebben want “In heel mijn schoolcarrière, ook niet op de andere scholen waar ik daarna heb gezeten heb ik ooit nog een leerling in de klas gekregen met een hartafwijking.”


Dat ik blij was met hem moge duidelijk zijn, maar hoe was het voor Bram om mij drie jaar lang als leerling in zijn klas te hebben?


“Ik vond dat echt wel spannend.” Is zijn eerste reactie.


“Hoe wist u van mijn hartafwijking? Hadden mijn ouders dat verteld? En wat?”


“Je ouders zullen van te voren vast wel iets hebben gezegd. Maar wat precies weet ik niet meer. Ik wist dat je een hart ‘kwaal’ had en dat het was aangeboren. Dat wist ik. Hoe je hart dan echt precies elkaar zat, wist ik niet. Hoe dat ging in die tijd was, voordat je een klas van de andere docent overnam was er gesprek over de leerlingen. Dat ging niet zozeer over de cijfers of resultaten maar over het karakter van de leerlingen. Of er nog bijzonderheden waren, waar je rekening mee moest houden. Jij stond zeker wel op duidelijk op de radar bij de leraren.”


“Wat werd er gezegd rekening mee te houden? Met gym?”


Bram: “Ja, vooral met gym. Maar ik herinner mij niet dat er in het algemeen iets geks is gebeurd."

Manon: “Ik herinner mij nog een paar dingen. Niet per se over gym, maar ik werd wel een paar keer niet lekker. Dan lag ik uitgeput met mijn hoofd op jouw bureau. Wachten tot mijn vader mij weer kwam ophalen. Of bij de sponsorloop, had ik het in mijn hoofd gehaald om toch zeker tien rondjes te lopen."

Bram lacht: “Daar hebben wij nog een discussie over gehad. Dat ik vond dat je dat niet moest doen."

Manon: “Jij met mijn ouders of?”

Bram: “Nee, niet met je ouders maar wij. Ik met jou.”

Manon: “Ik weet er nog van dat jij, omdat ik uiteindelijk toch niet lekker werd en wit-“

Bram: “Ja wit ja.”

Manon: “Ik later, toen thuis ik was bijgekomen terug werd gestuurd naar school met een cadeau voor de schrik.”

Bram: “Voor mij?”

Manon: “Ja, een doos met merci chocolaatjes ofzo, omdat je zo van mijn lijkwit weggetrokken gezicht was geschrokken.”

Bram: “Oh ja. Ja, ik was geschrokken. Al ging het uiteindelijk niet totaal mis maar ik voelde mij wel vaak onzeker of handelingsonbekwaam. Als er iets serieuzer had gebeurd dan had ik niet echt geweten wat ik had moeten doen. Dat was wel een gemis. En ik voelde me wel eind verantwoordelijk als er wel iets ergers was gebeurd.”

Manon: “Dus het is een tip voor ouders met een hartekind om de leraar wat beter en uitgebreider te vertellen wat er is zo’n geval moet gebeuren?”


Bram: “Jazeker! Ik vond het echt heel spannend. Zou jij het weten wat er gedaan moet worden?”

Manon: “Het meeste wat er in de die tijd gebeurde was dat ik ‘niet lekker werd.’ En niet lekker worden betekende wit wegtrekken, hoofdpijn en overgeven. Meestal was het nadat ik had overgegeven en de letterlijke ‘shit’ eruit had gekost wel voorbij. Maar het had vaak te maken met te veel energie verbruikt. Ik leg het tegenwoordig zo uit: Een gezond iemand heeft 100 % en mijn 100 % is jullie 80%. En als er dus maar iets gebeurd zit ik al heel snel bij energie te kort. Ik heb geen reserve energie om mee te spelen. Voordat ik 4 jaar geleden ritmestoornissen kreeg, die ik een jaar heb gehad en nu totaal niet meer was dat het ergste wat gebeurde en dat was ook enige om te doen, mij laten bijkomen. Ik moest weer op energie komen. Daarom zouden mijn ouders dan gelijk gebeld moeten worden, die kwamen me halen en dan kon ik thuis uitrusten op de bank. Overgeven en hoofdpijn. Dat was het vaak.”

Bram: “Ik wist dan niet van de hoofdpijn maar ik dacht altijd wel wanneer je met je hoofd op mijn bureau lag, daar moet weer zuurstof bij.”


Manon: “Is er bij jou nog een bepaald incident bijgebleven?”


Bram: “Nee. Meestal ging het gewoon goed. Maar met werkweek of een uitje vond ik erg spannend. Met de werkweek ben je toch verder weg van je ouders. Ik heb het er nog met je ouders van te voren over gehad of zij mee zouden gaan. Dat is uiteindelijk niet gebeurd.”


Manon: “Dat kan ik me ook niet herinneren. Maar zou je dat nu voor een andere ouder met een hartekind aanraden?


Bram: “Zeker. In zijn algemeenheid bij een uitje of werkweek heb je zoveel leerlingen. 60 / 70 /80 met soms maar twee leraren of ouderen. In de klas kan ik nog wel redelijk inschatten wat er gebeurd. Het in zoverre onder controle houden maar zodra je buiten bent...als er maar 1 leerling moet overgeven dan-“

Manon: “Zit de andere ouder of leraar opeens met 70 leerlingen.”

Bram: “Precies.”

Manon: “Wat ik mij herinner van de werkweek - En ik weet echt niet meer hoe ik het voor elkaar heb gekregen- Is dat ik niet kon slapen! Na het keten kon ik nooit slapen en kroop ik wanneer iedereen sliep m’n bed weer uit. En kwam ik in de nacht bij jullie, de leraren.”

Bram: “Inderdaad. Volgens mij kwam je dan bij ons zitten. Wij leraren hielden je sowieso de gehele tijd wel extra in de gaten. Of je niet te moe was, of op je lippen. We keken enorm vaak naar je lippen of die niet te paars werden. Je was toch wel ons zorgen kindje.”


Manon: “Er zijn jongeren (waaronder ikzelf) die vooral bij het gaan naar de middelbare school moeite hebben met gym. In de zin van als ze uitleggen dat ze niet meer kunnen dan een bepaalde hoeveel sport, krijgen ze er (inclusief ikzelf) een lager cijfer door of gaan daardoor zelfs niet over naar een volgende klas. “


Bram: “Daar heb ik echt geen woorden voor. Op de school waar ik later zat, daar hadden we eens in de week op een dinsdag met de docenten een vergadering en dan bespraken we de wat bijzondere leerlingen. (of nouja, iedere leerling is natuurlijk bijzonder. De een iets meer dan de ander.) Maar de leerlingen die extra aandacht nodig hadden of dat nou mentaal of fysiek was. Een leerling met hevig autisme die een woede bui kan krijgen. Hoe ga je daar mee om? Wat is het protocol ? Of een leerling met een been. De leerling met een been die kun je toch, ook al is het meer zichtbaar dan een hartafwijking, niet beoordelen op iets wat hij niet heeft, niet kan met het been? Iemand doet wat hij/zij kan.”

Manon: “Ik heb ook bij jou, in de drie jaar tijd, zeker met gym de vrijheid gevoeld in dat ik bepaalde tot hoever ik kon gaan en ik ook kon aan geven wanneer niet. Hoewel ik het vaker wel wilde doen.”

Bram: “Ik ben ook sowieso helemaal niet de man van dat soort discipline of hardheid. Ik vind het zeer onprofessioneel als je met iemand met een op een of andere manier een beperking niet naar diegene luistert.”



Manon, Jordan en Bram een 'paar' jaar later.


Manon: “Was er verder dan het fysieke iets anders aan mij te merken? Had ik achter stand?”


Bram: “Nee. Verder niet. Verder deed je het gewoon goed. Normaal. Je was niet verlegen maar ook niet enorm aanwezig.”

Manon: “Eigenwijs.”

Bram: “Eigenwijs wel. Maar wij leraren vonden je ook een heel dapper meisje. Want je wilde altijd mee doen. Alle dingen doen die de anderen deden. We hadden bewondering voor je doorzettingsvermogen. En daardoor had je wel had je eigen wijze.”


Meestal kom je jaren later nog eens een keer in contact met een oud leraar door een of andere klassen reünie. Die tegenwoordig door een Facebook event wordt aangemaakt. Ook ik kwam weer in contact met mijn favoriete meester via Facebook maar het was geen reünie waar ik hem weer voor het eerst zag.


Het was bij schilderworkshop. Een schilderworkshop gegeven door Bram van Baalen zelf. Want naast basisschool leraar (nu net gepensioneerde) is hij ook kunstenaar. Een van zijn schilderijen nam hij ooit mee de klas in, weet ik nog. Ondertussen heeft Bram zijn stoere zwarte cowboy/rocker look ingeruild voor zachte kleuren, zelfs wat bloemige printjes op een colbert. Passend bij een echte kunstenaar. De puntige schoenen komen nog wel voorbij. Ook speelt hij nog gitaar en zingt wel eens in zijn eigen galerie.


Al is mijn basisschooltijd allang voorbij, in de lengte niet echt gegroeid. Ik krijg vaak te horen dat ik nog zo hetzelfde ben, dus Bram kon mij makkelijk herkennen maar tijdens de schilderworkshop nam ik wel mijn Chinese man Jordan mee. En zo kregen we opeens beide les van Bram. Alleen dan anders. Geen rekenen of taal.


Het contact bleef niet bij die ene schilderworkshop, want Jordan besloot mee te doen aan een kunstwedstrijd die mede georganiseerd werd door Bram. Later was Bram ook een enorme hulp bij onze eerste kunst expositie. Laatst zaten we (Bram, zijn vrouw, Jordan en ik) zelfs nog bij ons thuis. We aten typische Chinese dingen en de kunstenaars spraken over kunst. Zo zit opeens een oud leraar bij je in huis. Zo komen mensen opeens weer op een onverwachtse manier in je leven. Zo bijzonder mooi kan contact zijn. Momenten en mensen die zeker behoren tot de favorieten. Toen en nu.



Jordan & Bram hangen bij expositie schilderij op


Tips voor ouders van hartekinderen:


1. Het belangrijkste is: Vertel of stel een protocol op wat de leraar moet doen tijdens een noodsituatie.

2. Vertel wat er kan gebeuren bij een noodsituatie. Wat kan de leraar eventueel verwachten? Wat betekend ‘niet lekker worden?’ De kleur veranderd: wit/blauw/rood. Overgeven? Hoofdpijn?

3. Vertel wat de afwijking is. Hoe zit het hart in elkaar? Een beter beeld helpt.

4. Vertel uiteraard het gebruik van medicijnen. En ook de eventuele bijwerkingen. Het kind met antistollingsmedicijnen kan bij vallen misschien wat meer bloeden.

5. Laat kinderen zoveel mogelijk gewoon mee doen. Ook met gym.

6. Vertel de leraar wat ‘normaal’ is. Een beetje blauw worden bij buiten spelen in de koude winter bijv. Dan hoeft 112 nog niet gebeld te worden.

7. Vertel wat niet normaal is. Bij welke signalen moet er wel hulp ingeschakeld worden?

8. Zijn er bepaalde dingen die het hartekind echt niet kan? Geef dat aan.

9. Als er goede band is tussen leraar en leerling laat uw kind ook op school zelf (uiteraard tot op zekere hoogte) spelen met grenzen, zoals elk kind dat doet.

10. Doe alsof alles totaal normaal is. Eerder met iets stoppen? Geeft niet. Neem een pauze. Ziek? Geeft niet dat overkomt iedereen. Grote kans dat als je er zo mee omgaat dat het kind (net als ik) even uitrust op de bank en daarna weer opspringt om door te gaan.


Tips voor leraren:


1. Luister naar het kind!!

2. Houd in de gaten dat het kind zo min mogelijk het buitenbeentje wordt.

3. Neem een voorbeeld aan Bram van Baalen.


XOXO Manon


Ik ben altijd erg benieuwd naar wat je van mijn artikel vind! Vond je het leuk? Heb je een vraag? Of wil je iets aan mij kwijt? Ik lees je reactie heel graag. Vind ik leuk. Geef ik jou daarop weer een reactie ;)


Dit artikel delen mag zekerste weten ook. Word ik heel blij van :)


Dit artikel verscheen eerder in het blad Sinus


681 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page